Mensch, Durf Te Leven (1917)
Dirk Witte (1885-1932), uitv. Jean-Louis Pisuisse
Je leeft maar heel kort, maar een enkele keer
En als je straks anders wilt kun je niet meer
Mens, durf te leven
Vraag niet elk' minuut van je korte bestaan
Hoe hebben m'n pa en m'n opa 't gedaan
Hoe doet er m'n neef en hoe doet er m'n vrind
En wie weet, hoe of dat nou de wereld weer vindt
En wat heeft "Het Fatsoen" voorgeschreven
Mens, durf te leven
De mensen bepalen de kleur van je das
De vorm van je hoed, en de snit van je jas
En van je leven
Ze wijzen de paadjes waarlangs je moet gaan
En roepen "O foei!" als je even blijft staan
Ze kiezen je toekomst, ze kiezen je werk
En zoeken een kroeg voor je uit en een kerk
En wat j'aan de armen moet geven
Mens, durf te leven
De mensen, ze schrijven je leefregels voor
Ze geven je raad en ze roepen in koor
Zo moet je leven
Met die mag je omgaan, maar die is te min
En met die moet je trouwen, al heb je geen zin
En daar moet je wonen, dat eist je fatsoen
En je wordt genegeerd als je 't anders wil doen
Alsof je iets vrees'lijks had misdreven
Mens, durf te leven
Het leven is heerlijk, het leven is mooi
Maar vlieg uit in de lucht, en kruip niet in een kooi
Mens, durf te leven
Je kop in de hoogte, je neus in de wind
En lap aan je laars hoe een ander het vindt
Een hart vol van warmte en van liefd' in je borst
En wees op je vierkante meter een vorst
Wat je zoekt kan geen ander je geven
Mens, durf te leven